Rechten en plichten als je niet kunt werken

Rechten en plichten als je niet kunt werken

Als je een paar dagen ziek bent, heeft dat geen grote gevolgen. Ben je langdurig ziek, dan is dat anders. Je hebt dan verschillende rechten en plichten.

Rechten bij ziekte

Als je langdurig ziek wordt, moet je werkgever maximaal twee jaar minimaal 140 en maximaal 170 procent van je laatstverdiende loon doorbetalen. Dit bedrag is dan wel aan een maximumdagloon gebonden. Verdien je daardoor minder dan het minimumloon? Dan moet je werkgever in het eerste ziektejaar het bedrag aanvullen tot het minimumloon. In het tweede jaar vervalt die verplichting.

Heb je een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd (zoals een jaar)? Dan heb je recht op loondoorbetaling voor de duur van de arbeidsovereenkomst. In dat geval geldt er geen minimum- en maximumtermijn. Tijdens de doorbetalingperiode kan het tijdelijke contract dus aflopen. In dat geval stopt de doorbetaling dus ook. Je kunt dan contact opnemen met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Die neemt de loondoorbetaling over tot de termijn van twee jaar is bereikt (in de vorm van een Ziektewetuitkering).

Plichten bij ziekte

Als je (langdurig) ziek bent, meld je dit natuurlijk eerst bij je werkgever. In je arbeidsovereenkomst lees je de regels die voor ziek melden gelden. Verder staan in de wet ook nog wat regels. Daar moeten je werkgever en jij je allebei aan houden. Doe je dat niet, dan kan het UWV maatregelen treffen. Die kunnen ook nog gevolgen hebben voor de periode nadat je loon wordt doorbetaald. Dat gaat over de periode dat je in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) terechtkomt.

Ja. De zorgverzekeraar mag de premie jaarlijks verhogen. Daarover krijg je uiterlijk 15 november een brief.

Dan krijg je een aanmaning van je verzekeraar. Betaal je daarna nog niet? Dan kun je een incassobedrijf aan de deur verwachten. Ook kun je een boete krijgen voor iedere maand dat je niet betaalt. Die boete is 130 procent van je premie. Let op: als je een premieachterstand hebt, kun je de verzekering niet opzeggen.

Dat kan één keer per jaar. Je moet de verzekering dan voor 1 januari opzeggen en voor 1 februari een andere afsluiten. Doe je niets, dan loopt je verzekering gewoon door.

Dat hoeft niet, maar de meeste mensen doen dat wel. Kies je een andere verzekeraar, dan kan dat alleen bij wanbetaling of fraude voor gekke situaties zorgen. De verzekeraar kan de basisverzekering dan bijvoorbeeld opzeggen, maar de aanvullende niet. Die verzekeraar mag dan wel een andere premie vragen, vaak is deze hoger.

Kinderen tot achttien jaar zijn gratis verzekerd. Zij zijn wel verplicht een zorgverzekering te hebben, maar ze betalen daarvoor geen premie. Ook hebben zij geen verplicht eigen risico. In de meeste gevallen zijn de kinderen tot hun achttiende jaar op jouw polis meeverzekerd. Daarna moeten ze zelf een basisverzekering afsluiten.

Ook op de aanvullende verzekering zijn de kinderen meestal automatisch meeverzekerd. Meestal geldt dan wel de laagste dekking. Let daarom op of jouw verzekering ook aansluit bij de behoeften van je kinderen.

  • Als je ziek wordt door zwangerschap en/of bevalling.
  • Als je met zwangerschapsverlof gaat, stopt de Ziektewetuitkering en krijg je tijdelijk recht op een uitkering volgens de Wet arbeid en zorg.
  • Als je werkt als uitzendkracht.
  • Als je werkt als oproepkracht.
  • Als je arbeidscontract afloopt tijdens je ziekte.
  • Als je thuis werkt.
  • Als je een Werkloosheidswetuitkering (WW) ontvangt en ziek wordt.
  • Als je tijdelijk niet kunt werken, doordat je een orgaan doneert.
  • Als je gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent en ziek wordt.