WGA
Ben je ziek, maar kun je nog wel een paar dagen in de week werken? Of kun je tijdelijk niet werken door ziekte? Dan heb je recht op een WGA-uitkering, die je inkomsten aanvult. Uitgangspunt is dat je zoveel mogelijk aan het werk blijft. Je komt in aanmerking voor een WGA-uitkering als je twee jaar (104 weken) ziek bent geweest.
Kenmerken
WGA staat voor Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten. De regeling is bedoeld voor mensen die gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt zijn, maar met het vooruitzicht dat zij weer beter worden. De WGA is een van de twee voorzieningen binnen de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Je krijg minimaal drie en maximaal 38 maanden een WGA-uitkering. Je hebt recht op de uitkering als je:
- tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschikt bent;
- als je wel volledig (tussen de 80 en 100 procent), maar niet voor altijd (‘duurzaam’) arbeidsongeschikt bent.
Er zijn verschillende soorten WGA-uitkeringen:
- De WGA-loongerelateerde uitkering. Dan krijg je een uitkering die de eerste twee maanden 75 procent van je laatstverdiende loon is. De maanden erna is dat 70 procent.
- De WGA-loonaanvullingsuitkering. Die krijg je als je op dat moment de helft of meer verdient dan je volgens de arbeidsgeschiktheidskeuring nog kunt verdienen. De loonaanvullingsuitkering vult je loon dan aan. Die aanvulling is 70 procent van het verschil tussen je oude loon en het loon dat je nog kunt verdienen.
- De WGA-vervolguitkering. Die krijg je als je geen werk hebt. Of als je minder dan de helft verdient dan je volgens het keuringsrapport kunt verdienen. De vervolguitkering is een percentage van het minimumloon.
Let op
- Met een WGA-uitkering kan je inkomen flink lager zijn dan toen je nog volledig werkte. De WGA-vervolguitkering bijvoorbeeld, is een percentage van het minimumloon. Die teruggang in inkomen kun je verzekeren. Dat kan met de WGA-hiaatverzekering.